BEVRIJDINGSDAG
Bij het doornemen van het herbarium van het Museon stuitte ik bij museumnummer 224165 op vier gedroogde bloemen van de narcis. Er zat een verklaring bijgeplakt van Seymour Howard, in 1955 de Lord Mayor van London. Op 29 april 1955 zijn deze bloemen en de verklaring boven Den Haag uitgestrooid om de voedseldroppings van tien jaar daarvoor te herdenken.
De Lord Mayor schreef het volgende:
“My dear Burgomaster:
To-day the citizens of London remember with what joy they heard the good news ten years since of the liberation of your Country and your City.
They join with me in sending Goodwill Greetings and congratulating you and your Citizens on all the progress made in this decade under the wise leadership of Her Majesty Queen Juliana and her Ministers.
We in this City have the highest regard and esteem for Her Majesty and her Consort H.R.H. Prince Bernhard.
On behalf of the Citizens and Corporation of London, I wish you and the Peoples of The Hague and throughout the Netherlands abiding Peace and prosperity.
Yours very sincerely, Seymour Howard, Lord Mayor of London.”
Dhr Marquardt, herbarist en plantenkenner aarzelde niet, raapte vier bloemen op, droogde die en legde die in in zijn Haagse herbarium samen met een van de folders die boven het centrum van de stad werden uitgestrooid. Zijn herbarium vormde later de basis voor het herbarium van het Museum voor het Onderwijs. Bij een reorganisatie van de collectie stuitte ik in 2010 op dit herbariumblad. Ik besloot er een stukje over te schrijven voor het Vriendenblad van het Museon.
Poppies
Het voorbije weekend bezocht ik de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog (1914-18) langs de Somme in Noord-Frankrijk. Lopend door de velden en langs de graven vielen de vele veldleeuweriken op die door de harde zuidwestenwind laag overvlogen. Hun roepjes waren niet van de lucht. Een enkeling vloog zingend voorbij alsof het lente was. Op de graven waren bloemkransen gelegd.

De rode bloemen in de krans verbeelden de miljoenen klaprozen die in het voorjaar het slagveld rood kleurden.
De klaproos, poppy in het Engels, houdt van omgewoelde grond. En daar was op de slagvelden van weleer geen gebrek aan. Na de oorlog zijn ze nog jaren elk voorjaar teruggekomen.
De slagvelden roodkleurende klaprozen en tientallen uitbundig zingende leeuweriken inspireerden John McCrae (1872-1918) tot het onderstaande gedicht.
In Flanders fields
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
Duivelsbeet
Wie is toch verantwoordelijk voor de mysterieuze knikken in de bladeren van het riet? Rietsnijders uit vroeger tijd geloofden, dat ‘s nachts de duivel in het riet kwam en de beten toebracht. Om God te pesten, want de duivel was jaloers op de creativiteit van God. Zo kwam het, dat de muggen gingen steken en de rozen hun doorns kregen. Allemaal de schuld van de duivel. De duivel was hevig gefrustreerd en liet niet na om van elke rietplant de bladeren een flinke knauw te geven. Het gekke is, dat hij dat alleen met riet deed. Daardoor kunnen we riet, Phragmites australis, een grassoort, van alle andere grassen ter wereld onderscheiden.
Een mooi verhaal over de duivelsbeet is te vinden op de verhalensite Natuurverhalen
De Wilde Wijde Wereld draait doorrrrrrr….
Mijn werkzame leven is voorbij. Nu iedere dag vrij. Maar de blog gaat verder. Met naar ik hoop interessante onderwerpen, veelal eigen foto’s en verhalen. Op mijn eerste pensioendag zag ik overal langs de oevers de zwanenbloem, Butomus umbellatus, volop in bloei staan.

De bloemen staan in zogenaamde schermen. Mag niet geplukt worden. Desondanks overal verkrijgbaar als vijverplant. Foto AvBH
Omdat de bloemen opvallend zijn vreesde de wetgever dat het voortbestaan van de plant bedreigd werd door plukken. Daar was gezien hun zeldzaamheid vroeger wel wat voor te zeggen.

Vroeger was deze water-/moerasplant zeldzaam. Maar gelukkig – het klinkt cynisch – is het milieu de soort te hulp geschoten: verrijking van de sloten door mineralen zoals sulfaat heeft de soort goed gedaan. Foto AvBH
In de volksmond wordt de zwanenbloem wel eens koffiebloem genoemd. Het is me nooit gelukt te achterhalen wat de plant met koffie te maken heeft. Vergelijk maar met de foto hieronder van een echte koffieplant.
De Nederlandse naam is wel verklaard. Ik schreef daar al eerder over. Kijk hier.
Maretak, Rotsteiß-Mistelfresser
Op 13 februari schreef ik over de maretak in mijn tuin. In Duitsland waar ik een paar dagen ben kwam ik veel bomen tegen waarin maretakken. Ik reisde van Nederland naar Dresden via Berlijn. Voorbij Hannover was er bijna geen boom meer zonder deze parasieten. Ik realiseerde mij, dat in het vorige bericht geen foto stond van bomen die volzitten met maretakken. In Dresden zag ik uit mijn hotelkamer deze boom die geen blad draagt, maar wel volzit met maretak, Rotsteiss-Mistelfresser. Een groep van wel 40 pestvogels streek er even later op neer.